Pneumococcenvaccinatie

Patiënten < 2 jaar: polysaccharidenconjugaatvaccin (PCV13, Synflorix®)

Patiënten 2-5 jaar: polysaccharidenconjugaatvaccin, eventueel gevolgd door polysaccharidenvaccin (Pneumo23® of Pneumovax®)

Patiënten > 5 jaar: voor patienten uit medische risicogroepen wordt geadviseerd: start vaccinatie met conjugaatvaccin, na 2 maanden gevolgd door vaccinatie met polysaccharidenvaccin. Polysaccharidenvaccin na 5 jaar eenmalig herhalen (zie ook splenectomie protocol)

Dringend aanbevolen

• Voor personen met functionele of anatomische asplenie (zie splenectomie protocol)
• Na schedeltrauma met persisterende liquorlekkage
• Bij terminale nierfunctiestoornis (wanneer kandidaat voor niertransplantatie)

Overwegen

• Bij lymfoproliferatieve ziekte (b.v. Hodgkin, Non-Hodgkin lymfoom, chronische lymfatische leukemie, myeloom ), bij voorkeur 2 weken vóór chemo- of radiotherapie
• Bij orgaantransplantatie, bij voorkeur vóór de transplantatie
• Na allogene beenmergtransplantatie, bij voldoende immunologisch herstel
• Bij nierziekte (nefrotisch syndroom, terminale nierfunctiestoornis, hemodialyse)
• Bij HIV geïnfecteerde personen
• Bij auto-immuunziekte
• Bij alcoholisme met/zonder levercirrose
• Bij pneumokokken-meningitis na schedeltrauma
• Bij marginale longfunctie
• Bij diabetes mellitus
• Bij hartfalen (b.v. cardiomyopatie)
• Bij personen van 65 jaar of ouder